De lente en zomer nodigen uit om meer tijd in je tuin of de natuur door te brengen. Vogels fluiten, vlinders fladderen en bijen zoemen vrolijk rond. Maar tussen al dat leven verschuilt zich ook een tuinbezoeker die vaak minder welkom is: de teek. Verrassend genoeg lopen we bijna de helft van de tekenbeten op in onze eigen tuin. Gelukkig kun je zelf heel wat doen om het risico te beperken.
Maak je tuin minder aantrekkelijk voor teken
Teken houden van schaduwrijke, vochtige plekken met hoge vegetatie. Door je tuin slim in te richten, beperk je hun favoriete schuilplaatsen. Enkele tips:
- Plaats speeltuigen zoals schommels of zandbakken niet langs borders met hoge planten.
- Maai het gras kort op plaatsen die je vaak bezoekt in je tuin, zoals je favoriete zitplekje, speeltuigen, paden, je brievenbus… en scherm deze plekken liefst af van wilde begroeiing met een droge border van bv. zand, schelpen, grind of kiezel.
- Trim overhangende planten.
- Denk ook even na over de aanplanting in de meest bezochte plekken van je tuin. Overweeg planten te gebruiken die goed groeien op een droge ondergrond en weinig water nodig hebben.
- Ruim gevallen bladeren op na de winter.
Heb je erg veel overlast van teken in je tuin?
Dan komen ze waarschijnlijk tot bij jou via een gastheer. Zo zijn reeën en knaagdieren ideale gastheren voor teken. Via een aantal gerichte maatregelen kan je overlast van teken via deze gastheren beperken.
- Houtstapels of oude stenen muurtjes zijn een ideale schuilplaats voor knaagdieren. Vermijd deze in de nabijheid van veel gebruikte plaatsen in de tuin.
- Gooi geen voedselresten of graantjes op de grond in de tuin. Hierdoor trek je knaagdieren aan. Een voederplank of mezenbol mag natuurlijk wel!
- Krijgt jouw tuin veel bezoek van reeën? Overweeg een afsluiting van minimaal 1,80 meter hoog. Als je bezig bent met de aanplanting van je tuin, kan je ook reeën hun lievelingskostje vermijden: zoals planten van de rozenfamilie (appel- en perenbomen, bramen, frambozen, meidoorn,…).
Doe de tekencheck!
Ondanks deze maatregelen kan het toch nog gebeuren dat je een tekenbeet oploopt in je eigen tuin. Daarom blijft het belangrijk om te controleren op tekenbeten nadat je in je tuin gewerkt of gespeeld hebt.
Controleer jezelf, je kinderen en huisdieren iedere dag. Heb je een tekenbeet, verwijder deze dan correct. Krijg je een rode kring rond de plaats van de beet of ontwikkel je griepachtige symptomen in combinatie met spier- en/of gewrichtspijn binnen een maand na de beet, ga dan bij je huisarts langs.
Meer info vind je op www.tekenbeten.be.