Leeftijd
De minimumleeftijd voor vrijwilligerswerk is 16 jaar (of het jaar dat je 16 wordt). Jongeren en kinderen die jonger zijn dan 16 jaar mogen wel mee actief zijn maar dan gelden volgende regels:
- geen regelmatige inzet (verbod op kinderarbeid!)
- activiteiten die verantwoord zijn: educatief, didactisch, pedagogisch,...
Er geldt geen maximumleeftijd in het vrijwilligerswerk.
We overlopen hier een aantal groepen die eerst een toelating moeten vragen. Groepen die niet in de tekst staan, hoeven niets te doen: ze zetten zich zonder meer in.
Mensen die een uitkering ontvangen van de RVA
Iedereen die een uitkering ontvangt van de RVA (zelfs indien bijpassing of aanvulling) zal de vrijwillige activiteit schriftelijk moeten melden aan de RVA, via de uitbetalingsinstelling. Het gaat om werklozen, bruggepensioneerden en iedereen die een zelfs beperkt (vb. bij loopbaanonderbreking) bedrag van de RVA ontvangt.
Je kan de procedure nalezen op www.vrijwilligerswerk.be. Ook het formulier C45 B, dat men moet invullen voor de schriftelijke melding is aangepast en wat eenvoudiger geworden. In de nieuwe regeling komen volgende principes naar voren:
- de vrijwilliger meldt schriftelijk dat hij/zij vrijwilligerswerk wil/zal doen
- de vrijwilliger kan meteen van start gaan (na melding) met de vrijwillige activiteit
- de RVA heeft 12 dagen de tijd om het vrijwilligerswerk te weigeren of te beperken.
- Weigering kan niet zonder argumenten.
- Weigering betekent: activiteiten staken, zonder sanctie (behalve als zou blijken dat de vrijwilliger een vergoeding ontving die hoger ligt dan wat volgens de wet is toegelaten: dan kan er wel een sanctie volgen.
- Beperking betekent: enkel de activiteiten uitvoeren welke toegelaten zijn door de RVA.
De RVA kan weigeren op volgende gronden:
- de activiteit is geen vrijwilligerswerk
- de activiteit moet gedaan worden door een betaalde medewerker, niet door een vrijwilliger
- de vrijwilliger heeft geen tijd meer om naar een gepaste job te zoeken (is een argument dat niet kan ingeroepen worden voor bruggepensioneerden)
- de voorziene vergoeding is hoger dan toegelaten krachtens de vrijwilligerswet
Enkel in deze gevallen kan de RVA weigeren. Het is aan de RVA om de nodige bewijzen te leveren om haar weigeringsargument kracht bij te zetten. Als de RVA beperkingen stelt, moeten de organisatie én de vrijwilliger zich hiernaar schikken.
Mensen met een uitkering van het ziekenfonds/arbeidsongeschikten
De persoon die een uitkering ontvangt van het ziekenfonds, moet een schriftelijke aanvraag doen bij de adviserend geneesheer. De adviserend geneesheer beoordeelt dan of het vrijwilligerswerk verenigbaar is met de algemene gezondheidstoestand van de kandidaat vrijwilliger. Oordeelt hij verenigbaarheid, dan mag de persoon vrijwilligerswerk verrichten. Oordeelt hij onverenigbaarheid, dan mag men geen vrijwilligerswerk doen.
Mensen die een leefloon ontvangen
De persoon die een leefloon ontvangt moet aan zijn/haar dossierbeheerder melden dat hij/zij
vrijwilligerswerk zal doen.
Vreemdelingen
Op dit ogenblik mogen enkel vreemdelingen uit de Europese Unie en gelijkgestelde
vreemdelingen (gehuwd met een Belg of een onderdaan van de EU, die vrijgesteld zijn van de
verplichting van een arbeidskaart) zonder problemen vrijwilligerswerk doen, mits ze natuurlijk
eventuele formaliteiten die voor eenieder gelden, vervulden.
Het bezit van een arbeidskaart A, B of C volstaat thans niet, omdat ze geen toegangsrecht
geeft tot het vrijwilligerswerk. Deze personen mogen geen vrijwilligerswerk doen, evenmin als
mensen zonder papieren en asielzoekers in een procedure.
Het is de intentie van de wetgever om hierin klaarheid te scheppen. Hoewel er nog geen K.B is,
kan gesteld worden dat volgende vreemdelingen vrijwilligerswerk mogen doen:
- de gezinsleden in de eerste graad van Belgen of ER onderdanen (art. 2, 1° en 2° van het
KB) - de vreemdelingen met een vestigingsvergunning,
- de vreemdelingen met een Identiteitskaart voor Vreemdelingen
- de vreemdelingen met een verblijfsdocument Bewijs van Inschrijving in het
Vreemdelingenregister zonder verblijfsbeperking (waaronder ook bijvoorbeeld de erkende
vluchtelingen), in de juridische mogelijkheid om vrijwilligerswerk uit te voeren (art. 2, 3° en
5° KB).