Langs de Antverpialaan staat het Oorlogskruis van de Malou, ook bekend als de 'Calvarieberg'. Het is een gedenkteken voor de Balense burgerslachtoffers in de nadagen van de Duitse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het oorlogsdrama van de Malou (zie verder) vond plaats op 11 september 1944, bij de terugtocht van de Duitse bezetter. Enkele terugtrekkende SS-soldaten haalden tien onschuldige burgers uit hun huizen en dwongen hen een diepe put te graven. Toen dat was gebeurd werd het vuur op de burgers geopend. Twee van hen overleefden de aanslag en konden nog voortvertellen wat er was gebeurd.
Onder het groot Christusbeeld van dit monument werden de namen aangebracht van de tien slachtoffers.
Elke jaar in september wordt het drama herdacht aan het Oorlogskruis, samen met de Vaderlandslievende verenigingen en enkele Balense schoolkinderen. Tijdens de plechtigheid vliegen helikopters van het 17de squadron (waar de gemeente Balen een peterschap over heeft) van het Belgische leger over.
Het oorlogsdrama van de Malou
De nakende Bevrijdingsdagen waren voor de gemeente Balen en de toenmalige gemeente Olmen een echte tragedie. Op 11 september 1944 gaf het Duitse legercommando aan de burgerbevolking van Oostham, Olmen en Balen het bevel om hun huizen te verlaten en het hele grondgebied te evacueren. De regio zou volgens Duitsland namelijk frontgebied worden. Drie vrachtwagens met jonge Duitse soldaten hielden halt in Schoorheide. Ze hadden de spiegeltjes van hun uniformkragen en alle kentekenen van hun jassen getrokken. Volgens sommigen onder hen waren zij bij de terugtocht uit Leopoldsburg door burgers onder vuur genomen. De Duitse soldaten doorzochten de huizen en dreven een tiental mannen bij elkaar.
Victor Gypen en Jef Verpoorten, de koster, waren de eersten die werden meegevoerd naar een braakliggend stuk land. Daar moesten de twee mannen beginnen graven. Toen de kuil ongeveer een meter diep was, werden ze neergeschoten. De koster was op slag dood. Victor Gypen liet zich te vroeg vallen. Hij was wel in zijn linker schouder gewond, maar bleef roerloos liggen.
Na lange tijd werden nog anderen meegebracht: het waren Peer Geuens, Jef Geuens, Ferdinand Goris, Bert Keyken, Michel Alen, Jan Ruymaekers, Ferdinand Ruymaekers en Frans Geukens. Zij werden neergeschoten, in de kuil gegooid, en met aarde bedekt. Victor ('Toor') Gypen en Ferdinand ('Nand') Ruymaekers leefden nog en konden zich later uit de kuil bevrijden. Samen kropen ze naar een verder gelegen boerderij. De boer ging s nachts hulp halen en s anderendaags werden ze op een stootkar naar het gasthuis van Balen gebracht. De twee mannen genazen van hun wonden en droegen het gruwelijk gebeuren nog heel wat jaren met zich mee. Nand Ruymaekers overleed te Balen op 4 mei 1978. Victor Gypen werd heel wat ouder en overleed te Balen in 1989.
In de nabijheid van de plaats waar het Malou-drama zich afspeelde, werd een herdenkingskruis opgericht ter nagedachtenis van de slachtoffers. Het monument is ook bekend als de Calvarieberg. Onder een groot Christusbeeld werden de namen aangebracht van de tien slachtoffers die op 11 september 1944 ter plaatse werden neergeschoten.
(Bron: Erfgoed Balen vzw in samenwerking met werkgroep Balen Bevrijd)
Het monument voor de slachtoffers van de Malou
Op het kerkhof van Schoorheide (Reigerstraat) is er ook een monument voor de slachtoffers van de Malou. De acht dodelijke slachtoffers van die bewuste 11 september 1944 werden oorspronkelijk begraven op het kerkhof van Schoorheide. Na de oprichting van een groot monument aan de achterzijde van de begraafplaats, werden de slachtoffers op 15 april 1945 herbegraven aan de gedenksteen. De plechtige inhuldiging van het monument gebeurde op 11 september 1949 onder massale belangstelling van de Balense bevolking. De belangrijkste spreker tijdens die plechtigheid was Victor Gypen, één van de twee overlevenden van het drama.